Egodocument

  • Mijn fotografische voorkeur gaat sterk uit naar beelden waarin lijnen, geometrische figuren, spiegelingen en herhalingen kenmerkende elementen zijn. Daarnaast spreken beelden in zwart-wit met grote contrasten en beelden die de textuur van materialen laten zien, me erg aan. De kijker op het verkeerde been zetten (of tot nadenken aanzetten) door middel van perspectivische vertekening, vervreemding induceren door kleine uitsneden sterk te vergroten, en door inversies toe te passen, is, denk ik, een kenmerkend aspect van mijn fotografisch portfolio. Als ik hieruit mijn fotografische voorkeur zo moeten definiëren dan voel ik me het meest aangetrokken tot abstracte architectuur-, interieur (design)-, natuur- en studiofotografie. Fotografen en kunstenaars die mij hierbij inspireren zijn onder meer: Karl Blossfeldt, Albert Renger-Patzsch, Andreas Gursky, Steef Zoetmulder, Jan Dibbets, Roland Fischer, Ger Dekkers en Fons Brasser.

 

Als chemicus heb ik een zwak voor glaswerk in het algemeen, en laboratoriumglaswerk in het bijzonder. Ik ben iedere keer weer verbaasd welke sierlijke vormen glas kan aannemen. Als fotograaf weet ik hoe lastig het is glaswerk te fotograferen, met name als het gaat om hinderlijke spiegelingen en reflecties te voorkomen. Echter, door gebruik te maken van ‘bright-field’ en ‘dark-field’ verlichting worden gewenste spiegelingen en reflecties juist geaccentueerd. De Duitse fotograaf Albert Renger-Patzsch was een meester in het fotograferen van glazen voorwerpen (Figuur 1a: http://79hbm1979mg58bnh1fp50y1bry-wpengine.netdna-ssl.com/wp-content/uploads/2017/11/ARengerPatzsch_16-1100.jpg). Zijn foto’s hebben mij geïnspireerd tot het maken van een kleine serie glasstillevens; een aantal daarvan behoort tot mijn eigen fotografisch portfolio. Om de textuur van het glazen voorwerp te benadrukken gebruikt Renger-Patzsch een krachtige lichtbron. De schaduw van het voorwerp laat duidelijk de sporen van het handwerk, door de glasblazer geleverd, zien en afhankelijk van de hoek waarmee het licht op het glas valt wordt een groteske vertekening van het voorwerp zichtbaar gemaakt (Figuur 1b: https://www.worldartfoundations.com/waf-content/uploads/2017/06/renger-patzsch-894x_tcm1070-405891.jpg).

 

Eenzelfde lichtspel, maar nu subtieler uitgevoerd, is zichtbaar in het werk van de Nederlandse fotograaf Steef Zoetmulder in zijn werk ‘broken line’ (Figuur 2:https://www.nederlandsfotomuseum.nl/wp-content/uploads/2015/02/SZM-25-1_BU-print.jpg). Het licht komt van linksboven en is schuin op het emaillen bord gericht. Dit leidt niet alleen tot duidelijk zichtbaar craquelé, maar vervormd de zwarte rand van het bord in een soort yin en yang motief als gevolg van de lichtbreking door het glas water; de neergaande lijn van het bord wordt getransformeerd naar een horizontale golvende lijn, waarbij het zwarte gedeelte afkomstig is van de schaduw van het bord op de achterliggende muur. Ik heb één foto aan mijn portfolio toegevoegd waarin de lichtbreking en -spiegeling door een bolle lens (glas gevuld met water) gebruikt wordt om de gekleurde inhoud van twee glazen wederzijds in elkaar te laten overgaan.

 

De volgende twee foto’s (Figuur 3a: http://www.fonsbrasser.nl/images/bruggen/10.jpg; Figuur 3b: http://www.fonsbrasser.nl/images/bgrnd.jpg) zijn ontleend aan het oeuvre van de Nederlandse fotograaf Fons Brasser. Zijn fotografie kenmerkt zich door een esthetische abstractie van alledaagse onder- en voorwerpen zoals een brugpijler en een betonnen steunpilaar. De ogenschijnlijk perfecte symmetrie wordt echter subtiel verstoord door kleine kleurschakeringen, een scheve loodlijn, en een andere clustering van de tuidraden. Door gebruik te maken van een ultragroothoek-objectief wordt een ongewoon perspectief verkregen welke de beelden een grote dynamiek verleend.

 

De abstracte fotografie van de Duitse fotograaf Wolfgang Tillmans spreekt mij zeer aan en het zien van zijn beelden (onder andere ‘Freischwimmer’) (Figuur 4: https://www.fondationbeyeler.ch/fileadmin/museumplus/multimedia/68237.jpg) heeft mij geïnspireerd zelf aan de slag te gaan; en van zijn serie ‘paperdrop’ (Figuur 5: http://www.artnet.com/WebServices/images/ll00246lldtq0GFgVeECfDrCWvaHBOcpmuD/wolfgang-tillmans-paper-drop-(gold).jpg) heb ik geprobeerd een aantal na te werken. Wat mij aanspreekt in deze beelden is de brede interpretatie die mogelijk is. Hierdoor wordt de aanschouwer geprikkeld na te denken over dat wat hij ziet, terwijl het best mogelijk is dat het geheel een zekere mate van betekenisloosheid bezit. Voor mij zijn het grafische beelden die grote overeenkomsten vertonen met moderne schilderkunst waarbij de lijnen in het fotografische beeld de penseelstreken nabootsen in het schilderij.

 

Dat idee was ook mijn uitgangspunt bij de interpretatie van de schilderijen van de Schotse schilder Callum Innes. Hij schildert gekleurde rechthoekige vlakken (Figuur 6: http://www.oslcontemporary.com/uploads/images/artists/CI15-02-Callum-Innes-Exposed-Painting-Delft-Blue-2015-Oil-on-Linen-180-x-175-CI-C-34-2015-A4-300-dpiCI15-02-Callum-Innes-Exposed-Painting-Delft-Blue-2015-Oil-on-Linen-180-x-175-CI-C-34-2015-web.jpg) om er vervolgens horizontale en verticale lijnstructuren in aan te brengen door met een in terpentine gedoopte kwast verflagen weg te halen. Het aanbrengen en weghalen van lagen verf resulteert in een nieuw beeld dat veel overeenkomsten vertoont met natuurlijke erosieprocessen door water en wind. Deze werkwijze verleent het document eigenschappen waarin de tijd tot stilstand is gebracht (Figuur 7: http://images.exhibit-e.com/www_kerlin_ie/CI16703_W1.jpg). Echter, dit abstracte beeld geeft veel meer details prijs als dat in eerste instantie lijkt. Bij een aantal van Innes’ schilderijen had ik het onmiskenbare gevoel naar beelden te kijken waarin een horizon te bespeuren valt; en afhankelijk van de combinatie van de samenstellende delen zag ik overeenkomsten met water een lucht, er is, met andere woorden uitgedrukt, een vergezicht analoog aan het uitzicht op zee zichtbaar. Per toeval kwam ik door een bezoek aan het fotografiemuseum Foam te Amsterdam in contact met het werk van de Japanse fotograaf Hiroshi Sugimoto en daar hing onder meer zijn werk ‘Seascapes’ (Figuur 8: https://pictures.abebooks.com/VPBORREL/17298712428_3.jpg). Ook in zijn beelden spelen natuurlijke processen een grote rol omdat hiermee de texturen van water en lucht tot uitdrukking komen. Deze minimalistische fotografie is verleidelijk eenvoudig maar de subtiele details verwijzen naar de complexiteit van de texturen en mogelijk ook naar de gemoedstoestand van de fotograaf op het moment van afdrukken. In de zomer van 2017 heb ik iets soortgelijks mogen ervaren (en gedocumenteerd in mijn portfolio) tijdens een wandeling langs de Ierse westkust waarbij de door de wind opgezweepte golven van de Atlantische Oceaan inbeukten op de steile rotskusten en waarbij het groene weideland langzaam maar zeker steeds meer terrein prijsgeeft aan het woeste zilte water.

 

De combinatie van twee (of meer) afzonderlijke (monochroom gekleurde) vlakken kennen we ook in de schilderkunst, het zogenaamde ‘color field painting’ waarvan Barnett Newman en Mark Rothko (van de laatstgenoemde een voorbeeld, zie Figuur 9: https://wanford.com/media/catalog/product/cache/1/image/939x/17f82f742ffe127f42dca9de82fb58b1/l/i/light-earth-and-blue_painter-mark-rothko.jpg) misschien wel de meest bekende representanten zijn. Deze eenvoudige geometrische patronen refereren naar imaginaire landschappen en natuur; ik herken hierin weer een horizon, en is een wijds uitzicht over een wateroppervlak met een intens gekleurde wolkenlucht zichtbaar. Geïnspireerd door deze vorm van schilderkunst heb ik geprobeerd een serie samen te stellen waarin mijn fotografische voorkeur en eigen stijl het beste tot uitdrukking wordt gebracht als een abstracte kijk op architectuur, stilleven, en landschap waarin licht-donker, toon en kleur, textuur en structuur, en symmetrie en spiegeling, veelgebruikte beeldelementen zijn. De titel van deze serie luidt ‘Landmades’, refererend naar een samengesteld ‘landschap’: de samengestelde foto’s representeren niet de werkelijkheid zoals men deze ziet, maar zijn opgebouwd uit realistische beelden die samen een imaginair geheel –een Gesamtbild– vormen, ontsproten aan mijn fantasie en ontleend aan Innes’, Sugimoto’s en Rothko’s stijlkenmerk.

 

In de derde week van april 2018 exposeerde de Ierse schilder (en fotograaf) Sean Scully in museum de Pont te Tilburg zijn werk getiteld ‘Landlines’ (Figuur 10: https://thumbs-prod.si-cdn.com/btRd0kzAlShlzLJ3KRujFExueWQ=/fit-in/1072x0/https://public-media.si-cdn.com/filer/e6/12/e6121475-9b65-4a05-ba14-fad3a8d0ba9f/landline_photo_1999_print.jpg), daarbij verwijzend naar de rand van het land. Het werk van Scully kenmerkt zich door de afwezigheid van verticale lijnen terwijl een horizontale strook als het centrale motief gebruikt wordt (Figuur 11: https://storage.googleapis.com/s8partner-pm_wp/1/2014/06/Sean-Scully-panel.jpg), wederom een afspiegeling van het land dat de zee en lucht ontmoet. Zonder dat ik in een eerder stadium kennis heb genomen van het werk van Scully vind ik het zeer frappant te zien dat een aantal van zijn recente schilderijen (maar ook zijn fotografisch werk van een aantal jaren terug) een grote overeenkomst vertoont met mijn voorkeuren en gedeelten uit mijn fotografisch portfolio.

 

Ook bij de Duitse fotograaf Andreas Gurksy worden horizontale lijnen gebruikt om een zekere mate van symmetrie te genereren. ‘Rhein II’ (Figuur 12: https://www.tate.org.uk/art/images/work/P/P78/P78372_10.jpg) is één van Gursky’s bekendste foto’s en heeft in 2011 bij veilinghuis Christie’s New York US$ 4.300.000 opgeleverd. De foto heeft een sterke digitale bewerking ondergaan, representeert als zodanig niet meer de werkelijkheid, echter als kijker weet je niet waar je moet beginnen met het observeren en analyseren van het beeld, en in feite geldt dit ook voor het hier afgebeelde appartementencomplex (Figuur 13: http://www.artnet.de/WebServices/images/ll00268lldtVoGFgbNECfDrCWvaHBOcBKtD/andreas-gursky-montparnasse-(3-parts,-1st-edition;-31-works).jpg), er ontbreekt een startpunt, het beeld is te massaal, te overweldigend. Gursky’s werk ‘Atlanta’ (Figuur 14: http://www.andreasgursky.com/thumbs/works/1996/atlanta/AndreasGursky-4490657181804fc7e90be088442d72f5-1000.jpg) werkt voor mij op een heel andere manier vervreemdend. In dit beeld is het juiste perspectief geheel zoek. Ik meen het interieur van een gebouw te ontwaren, ik zie gangen en overige details, ik zie personeel dat bezig is de boel schoon te maken, maar ik zie geen onderlinge verbintenis met de individuele verdiepingen van het gebouw. Als kijker word ik op het verkeerde been gezet, ik begrijp het niet, het is herkenbaar en toch ook weer niet, maar boven alles fascineert het enorm!

 

Dat architectuur op een heel andere manier dan hierboven besproken abstract kan werken blijkt uit het werk van de Duitse fotograaf Roland Fischer met zijn serie ‘Façades’ (Figuur 15: https://images.squarespace-cdn.com/content/v1/53ed0a19e4b0a6f95242aaf2/1426192830662-950GCOCSIQ6HA1Q9JA7V/ke17ZwdGBToddI8pDm48kJxrQTAdyW2z28zKhJCv-10UqsxRUqqbr1mOJYKfIPR7LoDQ9mXPOjoJoqy81S2I8N_N4V1vUb5AoIIIbLZhVYxCRW4BPu10St3TBAUQYVKcYm3R6tQkdpUwBxyZ7LDvzxKSe9w26XR7-5ZyesCrXi93f0UhMqmPrYuJcljNg7Ts/FoP_III.jpg?format=1500w.). Deze serie verbeeldt een vocabulaire van de wereldwijde architectuur waarmee een metropool zich wil onderscheiden. Structuur en kleur van de urbane hedendaagse wereld worden in beelden getransformeerd gelijkend op abstracte schilderkunst.

 

De Nederlandse kunstenaars en fotografen Ger Dekkers en Jan Dibbets hebben gezocht naar nieuwe manieren om het Hollandse polderlandschap te verbeelden. Beider werk kenmerkt zich door het gebruik van gekanteld landschap, perspectief correcties, en seriële beelden: het toepassen van panorama’s, geometrische structuren, en kenmerkende details bieden een nieuwe blik op de vertrouwde omgeving; maar ook leiden fragmentaties en samenvoegingen tot nieuwe abstracties. Ger Dekkers met veranderend perspectief (Figuur 16a: http://213.206.194.113/smk/gemeentelijkeexpositieruimte/images/exposities/2009/2009-02-02.jpg) en gekanteld landschap (Figuur 16b: http://malcollection.nl/wp-content/uploads/2013/08/Collectie_Dekkers001.jpg). Figuur 17, toont een voorbeeld waarbij met behulp van samenvoegingen de perceptie van een rechte weg langs de rechte dijk geweld wordt aangedaan, en dan is het niet zo verwonderlijk dan men spreekt van ‘broken landscapes’ (Figuur 17: https://3.bp.blogspot.com/-mldkKyX27K8/WPmX4uNVvRI/AAAAAAAE1zM/kPYJj3K-leg0OX3e8GoLs9pJ8RRTC-UiACLcB/s1600/landscapes-4.jpg). Jan Dibbets heeft met samengestelde beelden een niet-bestaand panorama de ‘Dutch Horizons’ gegenereerd uit twee vergezichten (Figuur 18a: https://erikquint.nl/files/images/Dibbets-8.jpg; 18b: https://www.gemeentemuseum.nl/sites/default/files/images/Tentoonstellingen/old/Archief%20Gemeentemuseum/dibbets_2.jpg). Hiermee laat hij het Nederlandse landschap zien waarbij de kijker op zoek gaat naar het ontdekken van een horizon. Het gekantelde landschap in combinatie met een zee-vergezicht wekt vervreemding op bij de beschouwer ervan.

 

Van een heel andere grootteorde (nagenoeg letterlijk te nemen) is het werk van de Duitse fotograaf Karl Blossfeldt, een vroege voorloper van de ‘neue Sachlichkeit’, waarvan Albert Renger-Patzsch een beroemd vertegenwoordiger is geweest. De schoonheid van natuurlijke vormen, grenzend aan het wetenschappelijk vastleggen van de essentie van structuur en morfologie van planten, is voor hen het gezamenlijke thema (Figuur 19a: https://cdn.webshopapp.com/shops/64343/files/30505032/karl-blossfeldt-passion-flower.jpg; Figuur 19b: https://s3.amazonaws.com/icptmsdata/b/l/o/s/blossfeldt_karl_2008_31_1_429317_thumbnail.jpg; Karl Blossfeldt, Figuur 19c (Albert Renger-Patzsch): https://collectionapi.metmuseum.org/api/collection/v1/iiif/285659/604897/restricted. Deze beelden zijn sterk vergrootte weergaven van planten en bloemen die in werkelijkheid maar een paar centimeter groot zijn. Op deze manier getoond zijn het geen bescheiden details meer maar representeren de wonderen en esthetiek van de natuur en dienden ter inspiratie voor het vervaardigen van diverse ornamenten.

 

Tot slot, wil ik twee foto’s (Figuur 20a: http://www.getty.edu/museum/media/images/web/enlarge/32914001.jpg; Figuur 20b: https://www.onlinegalerij.nl/wp-content/uploads/2017/05/2104mapplethorpe13.jpg) laten zien van de Amerikaanse fotograaf Robert Mapplethorpe. In juli 2017, heb ik de aan hem gewijde overzichtstentoonstelling bezocht, in de Kunsthal te Rotterdam. Deze expositie vond ik choquerend, confronterend en fascinerend in één; choquerend: met name door de expliciete pornografische beelden, confronterend: met name door het zelfportret uit 1988 kort voor zijn dood waarin hij afgebeeld is met een doodshoofdwandelstok en zijn door ziekte getekende gezicht ‘zwevend’ in de donkere ruimte, én fascinerend door de ultieme schoonheid tot uitdrukking gebracht in de bloemenstillevens en portretten. Beide beelden fascineren me enorm: de nagenoeg perfecte symmetrie, de zichtbare details, de tonaliteit, en de rust die ervan uitgaat. De rode tulp (Figuur 20a) is ondanks de rode achtergrond duidelijk zichtbaar en met een stukje groene stengel bestaat dit kleurenbeeld feitelijk uit de twee basiskleuren rood en groen. De zwart-wit foto van het mannelijke model (Figuur 20b) heeft voor mijn een sacrale uitstraling. Het zachte licht vormt de subtiele contouren in de huid. Door de hoge mate van symmetrie in combinatie met het feit dat het model geen hoofdhaar heeft herken ik in dit beeld een moderne representatie van een boeddha-beeld. Zo wist ik niet dat Robert Mapplethorpe en jarenlange relatie heeft gehad met Patti Smith. Omdat ik enigszins geraakt de tentoonstelling verliet heb ik het door Smith geschreven boek ‘Just Kids’ over haar leven met Mapplethorpe gelezen. Deze ode aan de vriendschap geeft een indringend beeld hoe Mapplethorpe te werk is gegaan en onder welke condities het creatieve proces tot stand gekomen is. Regelmatig bleek dit een emotionele achtbaan te zijn waarin het vertrouwen in eigen kunnen op gezette tijden ten prooi viel aan een knagende twijfel. En dat proces intrigeert!